Lutherse viering | Rinus van Warven
De prins en zijn schaduw (Willi Hoffsümmer)
Een rijke prins hield van mooie kleding, gouden gespen en kostbare ringen. Zo opgemaakt vertoonde hij zich alleen ’s morgens, wanneer de zon op zijn aangezicht scheen, aan zijn volk, en hij was gelukkig als alles fonkelde en glansde en de mensen hem toejuichten.
Eens trad de prins op een late namiddag voor zijn volk. De zon stond in zijn rug, en de jonge man zag voor de eerste maal zijn eigen schaduw. Toen ontstak hij in een ontembare woede. Direct liet hij zijn paard zadelen. Hij wilde weg. Als prins kon hij niet in een land heersen, waarover zijn schaduw viel. Hij wilde daar leven, waar geen schaduw is. Zo reed hij weg. En hij rijdt nog steeds.